De verplaatsing van Standard naar Dender voor de achtste finales van de Beker van België liet geen offensief spektakel vermoeden, aangezien beide ploegen tot de minst productieve van het kampioenschap behoren. Toch weerlegde de eerste helft die reputatie al snel. In de openingsseconden bracht Ayensa de Luikenaars op voorsprong, waarmee hij zijn vorm van het moment bevestigde. De reactie van de thuisploeg liet echter niet lang op zich wachten, met een gelijkmaker van Moutha-Sebtaoui na een kwartier.
Daarna kwam de wedstrijd helemaal tot leven. Standard nam opnieuw de leiding via een precieze trap van Nkada, die daarmee zijn eerste doelpunt voor de club maakte. Maar een misverstand in de aanval gaf Dender vlak voor de rust een nieuwe kans. Een eerste poging werd nog gekeerd door Epolo, maar de tweede belandde wel in doel, waardoor beide teams met een gelijke stand de kleedkamers ingingen.
Een fatale tweede helft
Na de pauze viel het tempo duidelijk terug. De kansen werden schaarser, waarbij beide ploegen leken te vrezen voor te veel ruimte achteraan. De wedstrijd kantelde vervolgens op een warrige fase in het Luikse strafschopgebied. Met nog iets meer dan een kwartier te spelen profiteerde Berte van een te traag reagerende verdediging om Dender voor het eerst op voorsprong te brengen.

Standard probeerde te reageren met een reeks offensieve wissels. Ondanks die aanpassingen slaagde het team er nooit in het elan van de eerste helft terug te vinden. De aanvallende impulsen bleven geïsoleerd en leverden geen echt gevaar op voor de verdediging van de thuisploeg. Niet in staat om terug in de wedstrijd te komen, zagen de Luikenaars hun bekeravontuur vroeger eindigen dan voorzien.
Deze vroege uitschakeling bevestigt de structurele moeilijkheden van Standard, dat moeite heeft om regelmaat in zijn prestaties te vinden. Door de competitie al in de achtste finales te verlaten, laat de club bovendien een kans liggen om wat ademruimte te creëren.



