Dinsdagavond, onder de schijnwerpers van San Siro, wankelde FC Barcelona… tot een tiener het vuur opnieuw aanwakkerde. Amper 17 jaar op zijn teller, en toch liet Lamine Yamal opnieuw zien waarom hij door iedereen wordt genoemd als dé toekomstige ster. Met zijn dribbels, spelinzicht en kalmte overklaste hij zelfs de ervaren spelers van Inter. Bij een 0-2 achterstand na 21 minuten keek het hele team naar hem om het tij te keren. En hij was het ook die het Catalaanse geloof nieuw leven inblies, in wat bijna aanvoelde als een symbolische generatiewissel.
Terwijl Lionel Messi en Cristiano Ronaldo via de achterdeur afscheid nemen van de Champions League, kroonde Yamal zich tot man van de avond. Hij werd de jongste speler ooit die scoorde in een halve finale van de Champions League – daarmee ging hij zelfs Kylian Mbappé voorbij in de geschiedenisboeken – en wist nu ook de laatste twijfelaars te overtuigen.
Drie jaar voorsprong op Messi
Met 22 doelpunten, 33 assists en drie clubtitels op zijn palmares heeft Lamine Yamal nu al verbluffende cijfers neergezet. Op zijn leeftijd hadden Messi noch Ronaldo al zo’n stempel gedrukt. De jonge Catalaan heeft al meer dan 100 wedstrijden voor Barça gespeeld – een mijlpaal die Messi pas na zijn twintigste bereikte.
De lof voor deze jonge goalgetter klinkt dan ook almaar luider. Thierry Henry, Jamie Carragher en zelfs Erling Haaland zijn vol bewondering. “Het is gewoon waanzin wat hij doet,” aldus Henry, die zijn prestaties vergelijkt met Messi op zijn hoogtepunt. Zelfs tegenstander Simone Inzaghi sprak van “een talent dat maar één keer in de vijftig jaar opduikt.” Dat zegt alles.
Een nuchtere wonderboy
Ondanks de hype blijft Lamine Yamal zelf opvallend kalm. “Ik denk alleen maar aan voetbal,” verklaarde hij na de match. Vergelijkingen met Messi ontwijkt hij, en hij houdt het liever simpel: “Ik wil gewoon plezier maken en mezelf blijven.” Een volwassen antwoord, net als zijn spel. Met zijn fysieke présence en zeldzame maturiteit lijkt hij gemaakt voor de top. Als hij zo doorgaat, is de vraag niet of hij de groten zal evenaren – maar of hij ze kan overstijgen.
