De lancering, vol sterren en spektakel, markeerde niet alleen Cadillac’s entree, maar ook de symbolische start van een ambitieus project dat de Amerikaanse aanwezigheid in de koningsklasse van de autosport moet versterken.
Van droom naar realiteit
Amper een jaar geleden leek deze Amerikaanse droom nog ver weg. In 2024 was het nog het Andretti-project dat op zoek was naar een plek in de Formule 1. Toen het plan in eerste instantie werd afgewezen, bleef General Motors echter niet bij de pakken zitten. De herlancering onder het Cadillac-merk kreeg uiteindelijk wél groen licht, mede dankzij de indrukwekkende steun vanuit het moederbedrijf.
Inmiddels is het klimaat binnen de F1 zichtbaar veranderd en wordt Cadillac met open armen ontvangen, zelfs door vertegenwoordigers van andere teams. Toch blijft de tijd dringen. De eerste race van Cadillac staat al in 2026 op de planning en het team werkt in ijltempo aan de ontwikkeling van zowel de wagen als het team.
Technologische en logistieke sprong
Een cruciaal element in Cadillac’s strategie is de nauwe samenwerking met General Motors, dat met Chevrolet al een stevige erfenis in de Amerikaanse motorsport heeft opgebouwd. In Miami werd duidelijk dat deze connectie het hart vormt van het project.
De ontwikkeling van de wagen verloopt volgens een strak schema. Onlangs leverde het team zijn eerste 2026-chassis af, uitgerust met een tijdelijke rolbeugel voor testdoeleinden. Dit chassis zal helpen bij de strenge homologatietests van de FIA, cruciaal om tegen 2026 competitief te kunnen starten.
Motorisch gezien kiest Cadillac de eerste drie seizoenen voor een samenwerking met Ferrari, terwijl achter de schermen de ontwikkeling van een eigen Amerikaanse krachtbron loopt. Vanaf 2029 wil Cadillac immers als zelfstandige motorleverancier in de Formule 1 opereren.
Een team in volle groei
Wat begon als een bescheiden project tijdens de Andretti-fase, is intussen uitgegroeid tot een snel groeiende organisatie. Cadillac telt momenteel bijna 400 vaste werknemers en mikt op zo’n 600 personeelsleden tegen de start van het seizoen 2026. Dat blijft onder de schaal van de grootste teams, maar ligt wel al boven de huidige omvang van het Haas F1-team.
Nieuwe fabrieken zijn in aanbouw in de VS. Zo wordt in Fishers (Indiana) het hoofdkwartier opgetrokken, dat volgend jaar operationeel moet zijn. Dit wordt het kloppend hart van de productie, met plannen om er ook fans te ontvangen. In Concord (North Carolina), in het hart van NASCAR-land, komt bovendien een faciliteit gericht op motorontwikkeling, waarmee Cadillac zijn Amerikaanse roots in de verf zet.
Tegelijkertijd blijft Silverstone in het Verenigd Koninkrijk een essentiële schakel voor aerodynamica en ontwerp. De lokale expertise is onmisbaar, aangezien het lastig is om in korte tijd voldoende Amerikaanse engineers met F1-ervaring aan te trekken.
Een Amerikaanse ziel met mondiale ambitie
Hoewel het project stevig verankerd is in de VS, mikt Cadillac nadrukkelijk op een internationale aanwezigheid. Het team wil een unieke Amerikaanse identiteit uitstralen, maar beseft dat succes in de F1 enkel mogelijk is via een mondiale aanpak, zowel sportief als commercieel.
De interesse van sponsors overstijgt al de verwachtingen, met vooral Amerikaanse merken die zich aangetrokken voelen tot het verhaal. Toch wordt het niet uitgesloten dat partners uit andere markten zullen aansluiten. Cadillac wil zichzelf positioneren als een frisse en gedurfde nieuwkomer die de sport mee wil veranderen, maar zonder de complexiteit en het lange termijnperspectief van het project uit het oog te verliezen.
De komst van Cadillac markeert niet zomaar de terugkeer van een Amerikaanse constructeur, maar introduceert een nieuwe visie: een Formule 1-team dat gebouwd wordt in Amerika, onder Amerikaanse vlag, maar met een wereldwijde blik. Of dat volstaat om het verschil te maken op het circuit, zal 2026 moeten uitwijzen.
