Na jaren van wachten, magere seizoenen en valse hoop keert Olympic Charleroi eindelijk terug naar het voorportaal van de hoogste klasse. De laatste keer dat de Carolos op dit niveau speelden, was zestien jaar geleden. In de tussentijd kregen de Dogues harde klappen te verwerken: ze flirt(t)en met het faillissement en zakten zelfs weg tot in eerste provinciale.
Dat zware verleden lijkt nu tot het verre verleden te behoren. Na hun overwinning op het veld van Stockay afgelopen zondag (2-4), terwijl ze nochtans 2-0 achterstonden, keren de troepen van Abder Ramdane terug naar het professionele voetbal. Zoals hun hele seizoen al liet zien, hebben de Dogues veel veerkracht getoond om een titel te pakken die niemand hen in het begin van het seizoen toedichtte.

In een competitie waarin ze het niet alleen Tubize, maar ook Bergen en Virton knap lastig maakten, wist het team uit Charleroi zich op het veld te onderscheiden. Achter de schermen zorgde voorzitter Lucien Romeo ervoor dat de licentie – onmisbaar om op professioneel niveau te mogen spelen – werd binnengehaald.
Bovendien investeerde de sterke man van Le Pays Noir persoonlijk in de broodnodige modernisering van het verouderde Stade de la Neuville. De renovatie omvat onder meer het verbreden van het veld, de bouw van een nieuwe buistribune, de beveiliging van het stadion en een algemene verbetering van het tot nu toe erg sobere comfort. Prijskaartje: minstens 300.000 euro.
Als de werken te veel zouden uitlopen, overwegen de Dogues hun thuiswedstrijden af te werken in het stadion van de Zèbres, slechts enkele honderden meters verderop. De huur van het Mambourg zou neerkomen op 80.000 euro per wedstrijd.
Om zich staande te houden in de D1B volstaat een stadion alleen echter niet. Het tweede grote project deze zomer is uiteraard de spelerskern versterken. Maar voorzitter Romeo houdt alles nauwlettend in de gaten.
Na Sporting Charleroi in de Jupiler Pro League, telt het professionele Belgische voetbal dus opnieuw een tweede club uit Le Pays Noir.