Nog geen jaar na de degradatie met Burnley heeft Kompany de twijfelaars overtuigd door Bayern naar een nieuwe titel te leiden. Deze overwinning, die hij tien jaar geleden niet had kunnen voorspellen, is volgens hem “geen wraak”. Dat vertelt hij aan de pers. Voor hem is het een stap in een traject waarin geen enkele zege vanzelfsprekend is.
Ver van de schijnwerpers geeft hij liever zijn spelers de eer dan zichzelf. Volgens hem is een goede trainer niet iemand die veel praat, maar iemand die kan overbrengen wat hij zelf graag had willen ontvangen. Hij is duidelijk: alleen een sterk team kan winnen, ongeacht de naam of reputatie van de coach.
Een duidelijke aanpak
In München wist hij snel spelers zoals Neuer, Kimmich en Müller rond zich te verenigen. Dat staat in contrast met de kritiek die hij kreeg toen hij in 2022 Anderlecht verliet. Sommigen noemden hem toen koel of te theoretisch. Maar Kompany trekt zich daar weinig van aan. Hij gelooft in zijn vermogen om connectie te maken, zowel op als naast het veld. Wat anderen van hem denken, vindt hij minder belangrijk. Volgens hem roept eenvoud soms juist vragen op, zeker in België.

Na nederlagen, zoals de 4-1 tegen Barcelona, gaf hij niet op. Die momenten hebben hem alerter gemaakt, beter laten luisteren naar zijn spelers en zijn motivatie versterkt. “Volhouden”, zegt hij, “is soms genoeg om het verschil te maken.”
Met het hart in Anderlecht, met de blik op de toekomst
Ondanks zijn werk in Duitsland voelt Kompany zich nog steeds sterk verbonden met Anderlecht. Voor hem is het meer dan een club. Het is een belangrijk deel van zijn leven. Hij denkt terug aan zijn jaren op de tribune, op het veld, en aan de generatie uit Neerpede waarmee hij een sterke band heeft opgebouwd. De relatie met “de club” is nog steeds aanwezig.
Vandaag de dag rennen zijn kinderen zo snel dat hij hen niet meer kan tackelen, zegt hij lachend. Toch probeert hij zoveel mogelijk tijd voor zijn gezin te maken, ondanks de druk van zijn job. En als het kampioensfeest tegen Mönchengladbach komt, dan kijkt hij vooral uit naar de wedstrijd zelf.