De Conference League werd oorspronkelijk in het leven geroepen om kleinere clubs een kans te geven op het Europese toneel. In theorie althans. Want de finale van dit jaar gaat tussen Betis en Chelsea – twee clubs die je moeilijk ‘kleine jongens’ kan noemen. Enerzijds is het misschien wat spijtig dat ploegen van dit kaliber de finale domineren, maar anderzijds tillen ze het toernooi wel naar een hoger niveau.
Een primeur voor Betis
Voor de Andalusiërs is het de eerste Europese finale uit hun geschiedenis. Al sinds jaar en dag staat Betis in de schaduw van stadsgenoot Sevilla FC – dat al zeven keer de UEFA Cup/Europa League won. En Betis wil zich nu eindelijk eens laten gelden.

Maar om Chelsea te kloppen, zijn stevige wapens nodig. En die hebben ze, met name in de persoon van Antony. De Braziliaan, sinds januari op huurbasis van Manchester United, vond razendsnel zijn draai en groeide uit tot een sleutelspeler. Met 4 doelpunten en 3 assists in 8 wedstrijden loodste hij zijn nieuwe club naar de finale. Nu is het zaak om het af te maken.
Chelsea: de eerste in alles?
Chelsea aast op een unicum in het Europese voetbal. De Londense club won al de Champions League, de Europacup voor Bekerwinnaars, de Europa League én de Europese Supercup. Met winst in de Conference League kunnen de Blues de eerste club worden die álle grote Europese competities op hun palmares hebben staan.
En dat is allerminst een onrealistisch scenario. Chelsea toonde zich van bij de start van het toernooi bijzonder dominant en gaf geen krimp. Hun vastberadenheid veegde elke tegenstander vrijwel van het veld. Betis zal stevig in de schoenen moeten staan tegen deze indrukwekkende machine, die al 38 doelpunten maakte en gemiddeld 62,5% balbezit had. En dat zelfs zonder elke keer de sterkste elf op te stellen.
Het belooft hoe dan ook een spectaculaire clash te worden!