De eendagskoers, vroeger bekend als Parijs-Brussel, wordt sinds 2013 volledig op Belgisch grondgebied gereden. Het vertrek wordt gegeven in de regio Brussel, gevolgd door een parcours van 205 kilometer door Vlaams- en Waals-Brabant. Al doet de lijst met favorieten vermoeden dat het een sprintwedstrijd wordt, het profiel van de koers kan wel eens voor verrassingen zorgen.
Halverwege wacht er namelijk een lastig lokaal circuit dat drie keer moet worden afgelegd. Daarin zitten twee iconische hellingen uit de Vlaamse klassiekers: de Muur van Geraardsbergen en de Bosberg. Na deze pittige passage rest er nog zo’n 50 kilometer richting de aankomst in Brussel, waar de opvolger van de verrassende winnaar uit 2024 – de Noor Jonas Abrahamsen (Uno-X Mobility) – gekroond zal worden.
Een sprintduel… maar niet alleen dat
Abrahamsen zal zijn titel proberen te verdedigen met een sterk Uno-X-team aan zijn zijde, met onder meer Alexander Kristoff als speerpunt. Maar de concurrentie is groot. Tim Merlier, in het shirt van Soudal Quick-Step, zal ongetwijfeld willen uitblinken op eigen bodem. Ook Biniam Girmay (Intermarché-Wanty), Milan Fretin (Cofidis) en Arvid de Kleijn (Tudor Pro Cycling Team) zijn zeker kanshebbers.
De Belgische kampioen Arnaud De Lie staat ook aan de start. Na een moeizame seizoensstart door gezondheidsproblemen hoopt de renner van Lotto-Dstny eindelijk zijn armen in de lucht te kunnen steken. Een zege in Brussel zou een populaire comeback betekenen.
Zoals vaak bij de Brussels Cycling Classic moet er in de slotfase op alles gerekend worden. Een sterke aanvaller zoals Remco Evenepoel zou het wel eens solo kunnen proberen en zo de plannen van de sprinters in de war sturen.
Krijgen we een Belgische winnaar in de hoofdstad? Het antwoord volgt zondag, tijdens een klassieker die explosief én open belooft te worden!
