Afgelopen zondag was Remco Evenepoel de grote favoriet van de tijdrit. Op de wegen van Kigali, in Rwanda, maakte de Belg zijn status waar door een derde opeenvolgende wereldtitel te behalen. Onderweg vernederde de renner van Soudal–Quickstep de Sloveen Tadej Pogacar door hem in de laatste kilometers voorbij te steken. Als de huidige ogre van het wielrennen wist dat Remco Evenepoel een specialist was en dat het moeilijk zou worden, had hij zich toch niet zo’n oplawaai voorgesteld.
De vorm die Evenepoel liet zien is in elk geval bijzonder geruststellend. Ondanks de hoogte, de hitte en de vochtigheid die de hoofdstad van Rwanda kenmerken, leek de Belg niet verzwakt. Integendeel, hij voelde zich als een vis in het water op de Afrikaanse wegen. Genoeg om enthousiasme op te wekken voor de wegrit van deze zondag. Kan Evenepoel opnieuw sterker zijn dan Pogacar?
Een slopend parcours
We weten het, een wegrit is een oefening die heel anders is dan een tijdrit. Terwijl de tijdrit 40,6 km lang was met 758 hoogtemeters, zal de koers van zondag van een heel ander kaliber zijn: 267,8 km en 5393 hoogtemeters. Men zal sterk, heel sterk moeten zijn, want dit parcours in Kigali zal bijzonder slopend zijn.

De renners zullen 15 ronden van een lokaal circuit van 15,1 km moeten afleggen, met tijdens de 10e ronde een passage over de berg Kigali en zijn 5,9 km aan 6,9 %. De muur van Kigali, en zijn 400 meter kasseien aan 11 %, zal een stevig obstakel zijn dat breuken kan veroorzaken. In dit soort oefening moet men uithoudend zijn, maar ook explosief. Eigenschappen waarin Pogacar een voorsprong heeft op Evenepoel.
Het belang van de ploeg
Hier zal het belang van het ploegwerk zich laten voelen. Rond Evenepoel zullen zijn ploegmaats de koers moeten controleren en proberen Pogacar te neutraliseren. Men zal niet moeten aarzelen om zich offensief en proactief te tonen om de regerende wereldkampioen te verslaan.
De Belgische ploeg lijkt op papier in elk geval beter gewapend dan die van Slovenië, met renners die gewend zijn aan dit soort wedstrijden. Zal dat het verschil maken? Dat hopen we allemaal.