Het jaar 2025 bevestigde de totale suprematie van Tadej Pogacar, zowel sportief als economisch. Met twintig overwinningen in vijftig koersdagen – waaronder de Ronde van Frankrijk, drie Monuments en twee kampioenstitels (wereld- en Europees kampioen) – heeft de Sloveen zijn talent omgezet in een echte geldmachine.
Na zijn loonsverhoging in 2024, following zijn drievoudige zege in de Giro, de Tour en de Wereldkampioenschappen, bedraagt zijn contract nu acht miljoen euro per jaar – een record in de geschiedenis van het wielrennen. Daarbovenop komen aanzienlijke premies: één miljoen euro voor zijn overwinning in de Tour de France en nog eens 250.000 euro voor zijn wereldtitel in Kigali. Alleen al met deze twee wedstrijden heeft Pogacar meer verdiend dan het gemiddelde jaarsalaris van een WorldTour-renner.
De cijfers tonen een ongeziene dominantie: als nummer één op de UCI-ranking met 11.680 punten – bijna het dubbele van Jonas Vingegaard – heeft Pogacar vijftien van de zeventien wedstrijden waarin hij startte gewonnen of met een podiumplaats afgesloten. Die constante prestaties trekken sponsors en investeerders aan, die hun imago steeds vaker willen verbinden aan dat van het Sloveense fenomeen.
Een commercieel imperium in volle expansie
Het fortuin van Pogacar beperkt zich niet tot zijn salaris en premies. De renner heeft ook een stevig economisch model opgebouwd rond zijn imago. Zijn persoonlijke merk, gespecialiseerd in merchandising, vertegenwoordigt al bijna één miljoen euro. Maar vooral via zijn agentschap A & J All Sports vermenigvuldigt hij de contracten. In 2025 werden negen belangrijke partnerschappen ondertekend met prestigieuze merken zoals Colnago (fietsen), DMT (schoenen), MET (helmen), Continental (banden), Enervit (voeding) en zelfs het Sloveens toeristenbureau. Samen vertegenwoordigen deze contracten ongeveer twee miljoen euro.
En de groei lijkt niet te stoppen: volgens La Gazzetta dello Sport zijn er al twee nieuwe contracten van elk één miljoen euro in onderhandeling voor 2026. Als deze deals worden afgerond, zou Pogacar de symbolische grens van 14 miljoen euro jaarlijkse inkomsten kunnen overschrijden.
Het voorbeeld van Pogacar illustreert een belangrijke evolutie in het moderne wielrennen, waarin sportieve prestaties gepaard gaan met een ongekende economische waardering. De Sloveen is nu vergelijkbaar met de grootste sterren van de mondiale sport. Op 27-jarige leeftijd belichaamt hij perfect de samensmelting van sportieve excellentie en commerciële strategie. Pogacar is niet langer enkel een kampioen: hij is een merk op zichzelf geworden.
