Pogacar begint zijn seizoen 2026 op 7 maart met de Strade Bianche in Italië, net als vorig jaar. Deze koers geldt als een ideale springplank richting de grote voorjaarsklassiekers.
Vervolgens verschijnt hij aan de start van alle grote Monumenten in het voorjaar: Milaan-San Remo (21 maart), de Ronde van Vlaanderen (4 april), Parijs-Roubaix (12 april) en Luik-Bastenaken-Luik (26 april).
Deze ambitieuze kalender toont aan dat de Sloveen zich niet tevredenstelt met een rol als outsider: hij wil de twee Monumenten die nog ontbreken op zijn palmares, Milaan-San Remo en Parijs-Roubaix, eindelijk winnen. Vooral Roubaix blijft een groot doel, na zijn indrukwekkende tweede plaats van vorig jaar.
Voorbereiding op de Tour in Zwitserland
Na dit klassieke blok richt Pogacar zich op de Ronde van Romandië (28 april – 3 mei) en vervolgens de Ronde van Zwitserland (17 – 21 juni). Deze etappekoersen dienen als gerichte voorbereiding op de belangrijkste wedstrijd van het seizoen. Het worden bovendien zijn eerste deelnames ooit aan beide Zwitserse rondes.
De keuze voor deze wedstrijden past binnen een duidelijke strategie: voldoende wedstrijdritme opbouwen om op topniveau te komen, maar tegelijk het aantal koersen beperken om fris aan de zomer te beginnen.
Hoofddoel: een vijfde Tour de France
De Tour de France, die op 4 juli van start gaat in Barcelona, blijft het absolute hoofddoel van Pogacar. De tweevoudig wereldkampioen en viervoudig Tourwinnaar wil zijn vijfde eindzege toevoegen aan zijn indrukwekkende palmares, een prestatie die hem nog dichter bij de grootste legendes van het wielrennen zou brengen.
Bij de presentatie gaf hij aan dat hij wil balanceren tussen eendagszeges en zijn ambities in de grote rondes, en dat hij zijn programma eventueel kan aanpassen naargelang zijn vorm tijdens het seizoen.
Een rijk en evenwichtig programma
Het programma van Pogacar voor 2026 is zowel ambitieus als evenwichtig: het combineert de uitdaging van klassiekers die hem nog weerstaan, een gestructureerde voorbereiding op een grote rittenkoers en de jacht op nieuwe records in de Tour de France.
Met zo’n kalender bevestigt de Sloveen dat hij zich niet tevredenstelt met het domineren van het hedendaagse wielrennen. Hij blijft zijn grenzen verleggen, zijn erelijst uitbreiden en nieuwe hoofdstukken schrijven in de geschiedenis van de sport.
