Na enkele maanden rust, waarin zowel spelers als supporters de batterijen konden opladen, is het Belgische voetbal weer begonnen. Traditiegetrouw werd de aftrap gegeven met de Supercup. Net als vorig jaar stonden Union Saint-Gilloise en Club Brugge tegenover elkaar, maar dit keer in omgekeerde rollen. Als landskampioen mocht Union het thuisvoordeel genieten, maar opnieuw ging de bekerwinnaar aan het langste eind.
Union opent de score
In eigen huis en voor eigen publiek wilde het Union van Sébastien Pocognoli meteen een statement maken. De wedstrijd begon evenwichtig, maar de thuisploeg kreeg steeds meer grip op het spel. Na een ongelukkige deviatie van een Brugse rug, kon Franjo Ivanovic profiteren en Simon Mignolet verschalken (15e, 1-0). Union op weg naar de dubbel? Niet echt.

Vanaken bezorgt Club de winst
Na de openingstreffer nam Brugge de controle weer over en dwong zijn lot af. Christos Tzolis haalde Kevin MacAllister neer in de zestien en ging zelf achter de bal staan. 1-1 vanop de stip in de 31e minuut, alles te herdoen.
Een kwartier later zette Brugge opnieuw de turbo aan. Dit keer was het Hans Vanaken die het verschil maakte. Na een hoekschop profiteerde hij van de onervarenheid van doelman Vic Chambaere en kopte hij de 2-1 tegen de netten (45e+1), een beslissende treffer.
Want ondanks stevige druk van Union in de tweede helft, hield de Brugse defensie stand. Club Brugge pakte zo zijn eerste trofee van het seizoen, de 18e Supercup in de clubgeschiedenis.

Nog in voorbereiding
Moet Union zich zorgen maken? Nee, aldus Pocognoli, die geruststelde: “Ik denk dat alle eersteklassers in dezelfde situatie zitten: internationals die pas net terug zijn uit vakantie, wat zorgt voor vormschommelingen binnen elke kern”, volgens Sudinfo.
De competitie start over een week – nog tijd genoeg om de laatste details bij te schaven. De marathon is pas begonnen.