12
Views

Terwijl de Rode Duivels groeien in evenwicht en veelzijdigheid, blijft de Nederlandse ploeg worstelen met herkenbare problemen. Neem de recente wedstrijd tegen Polen in De Kuip. Bij de rust stond Nederland 1-0 voor. Het spel oogde fris, kansen werden gecreëerd en Ronald Koemans plan – Xavi Simons meer naar binnen trekken om ruimte te geven aan Denzel Dumfries – werkte aanvankelijk uitstekend.

Analist Rafael van der Vaart vond het “best aardig”. Maar na de pauze zakte het tempo in, en werd balbezit een blok aan het been. Uiteindelijk viel Nederland terug in oude fouten: slordig achterin en kwetsbaar in omschakeling. Polen profiteerde met een wereldgoal, en Koeman moest toegeven: “Je weet dat dit kan gebeuren als je zo speelt.”

© HAV25090400160/Photo News

Te traag en te centraal

Het kernprobleem bij Oranje – net als bij Duitsland – is dat het spel te traag en te voorspelbaar wordt. De beste spelers, denk aan Frenkie de Jong, Memphis Depay en Simons, opereren vooral centraal (met uitzondering van Dumfries, maar dat is geen pure rechtsbuiten). Dat maakt het lastig om wedstrijden open te breken.

Kijk naar Spanje, dat dankzij vleugelaanvallers als Nico Williams en Lamine Yamal veel meer snelheid en diepgang heeft. Frankrijk kan uitpakken met Dembélé, Olise of Barcola. En België? Die hebben niet alleen creatieve spelers door het midden (Kevin De Bruyne, Youri Tielemans, Charles De Ketelaere), maar ook vleugelspelers die wedstrijden kunnen doen kantelen: Jeremy Doku en Malick Fofana.

Waar blijven de vleugels?

In Nederland is dat een ander verhaal. Koeman rekent links op Cody Gakpo, maar echte dribbelaars van het type Doku of Williams ontbreken. Rechts is het nog lastiger: Simons is een middenvelder, Frimpong een wingback, Malen en Lang zijn wisselvallig. Daar zit voorlopig geen verschilmaker van wereldniveau tussen.

Die kwetsbaarheid werd nog maar eens duidelijk in de nipte 2-3 zege in Litouwen. Analist en oud-voetballer Willem van Hanegem was onverbiddelijk: “Die ploeg stelde niets voor.” Toch had Nederland grote moeite om afstand te nemen. Zo word je natuurlijk geen wereldkampioen.

© HAV25090400059/Photo News

Recordhoogte of realiteit?

De verwachtingen in Nederland blijven – zoals altijd – intussen torenhoog. Oranje staat bovenaan in zijn kwalificatiegroep en kan zich met een paar logische zeges eenvoudig plaatsen. Maar ondanks de cijfers klinkt de roep om een ontslag van Ronald Koeman steeds luider. Kranten als De Telegraaf en het AD stellen openlijk zijn aanpak in vraag: het elftal mist stabiliteit, teamgeest én tactische discipline.

Opmerkelijk genoeg klinken ook kritische stemmen binnen de spelersgroep zelf. Cody Gakpo zei na Litouwen: “Dit mogen we niet accepteren van elkaar.” Het tekent de sfeer: Oranje heeft veel talent, maar geen houvast.

Ajax als symptoom

Ook de clubs illustreren de problemen. Feyenoord strandde in de voorronde van de Champions League, Ajax speelt ondermaats en PSV verloor thuis van promovendus Telstar. Ajax lanceerde intussen wel een nieuw jeugdplan om opnieuw échte buitenspelers op te leiden – spelers die “kalk aan de schoenen” hebben, zoals vroeger. Maar dat is toekomstmuziek.

Voor Koeman blijft de realiteit dat hij moet roeien met de riemen die hij heeft. En dat zijn riemen die niet altijd vooruitstuwen. Willem van Hanegem vatte het scherp samen: “Oranje zet stappen, alleen wel achteruit.”

Categorie:
Voetbal

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *